Immigranten moesten dringend tewerkgesteld worden met Britse visa, zegt de Confederation of British Industry

De Confederation of British Industry heeft gezegd dat Groot-Brittannië immigranten zeer dringend nodig heeft, omdat het onwaarschijnlijk is dat de Britse jeugd zal verhuizen naar gebieden met vacatures. De groep heeft beweerd dat jongeren in Groot-Brittannië niet bereid zijn om in bepaalde beroepen te werken, zoals verzorgers voor ouderen. Er zijn dus onmiddellijk immigranten nodig om in de behoeften van de arbeidsmarkt te voorzien, aldus de groep.

Momenteel staat het visumregime in Groot-Brittannië de toegang van hoogopgeleide buitenlandse immigranten toe via het Tier 2-visum- en Tier 2-sponsorlicentiesysteem. Onderdanen van de EER en de EU kunnen in Groot-Brittannië aankomen en daar allerlei soorten banen uitoefenen, waaronder laaggeschoolde beroepen.

Carolyn Fairbairn, de directeur-generaal van de Confederation of British Industry, heeft geëist dat de leden van het Britse parlement de grenzen van het land open moeten houden voor overzeese immigranten, aangezien deze erg belangrijk zijn om tegemoet te komen aan de grote vraag naar arbeidskrachten in Groot-Brittannië. Ze voegde er ook aan toe dat er veel regio's in Groot-Brittannië zijn waar de werkloosheid echt heel hoog was, zoals geciteerd in de Workpermit.

Fairburn wees er ook op dat industrieën zoals de bouw een groot aantal werknemers nodig hebben, aangezien er door de overheid extra infrastructuurontwikkeling wordt gepland. Er zijn verschillende sectoren in Groot-Brittannië die afhankelijk zijn van overzeese immigranten uit EU-landen.

Het post-Brexit-debat over het immigratiekader was gericht op het voortzetten van de instroom van hooggekwalificeerde buitenlandse immigranten naar Groot-Brittannië. De Confederation of British Industry heeft intussen betoogd dat werknemers met lagere vaardigheden net zo cruciaal zijn voor de arbeidsmarkt van Groot-Brittannië om tegemoet te komen aan beroepen als de zorg voor ouderen.

Fairburn zei in haar toespraak tot het beperkte comité voor Brexit, de invloedrijke groep van negentien leden, bestaande uit leden van het House of Lords, dat Groot-Brittannië een vergrijzende bevolking had die mensen eiste die graag voor hen zouden zorgen. Het werd hoog tijd dat de theorie terzijde werd geschoven en de aspecten werden geanalyseerd die de economie van Groot-Brittannië onder druk zetten, legde Fairburn uit.

Longworth reageerde op de door Fairburn naar voren gebrachte kwesties en vroeg waarom onderdanen van de EU voor deze beroepen werden aangenomen en verklaarde dat het jeugdwerkloosheidspercentage in Groot-Brittannië beschamend was.

Longworth zei ook dat niemand in Groot-Brittannië kan beweren dat hij in een positie verkeert om nee te zeggen tegen de buitenlandse werknemers. Het is heel duidelijk dat er op korte termijn behoefte zal zijn aan geschoolde overzeese immigranten voor een specifiek beroep in scenario's waarin het niet mogelijk is toegang te krijgen tot werknemers uit de inheemse Britse bevolking.

De heer Longworth zei dat hij voorstander was van een visumregime in Groot-Brittannië dat buitenlandse immigranten toestaat die worden gesponsord door de werkgevers in Groot-Brittannië. Momenteel moeten de werkgevers in Groot-Brittannië het Tier 2-visum en de Tier 2-sponsorlicentie aanvragen om de toegang van werknemers uit EER- en niet-EU-landen veilig te stellen.

Blijkbaar is de heer Longworth geïnteresseerd in een visumregime dat werkgevers in Groot-Brittannië verplicht om werknemers binnen te laten onder een nieuw visumstelsel van Groot-Brittannië.